Tuin

Tuin
Met een moestuin ben je goed bezig, want de groente en het fruit hoef je niet in een verpakking in een winkel te kopen. Maar ook als je geen moestuin wilt, kun je goed bezig zijn in de tuin. 


Bestrijdingsmiddelen

Insecten
Als je last hebt van vervelende insecten, gebruik dan kruiden zoals lavendel, munt, oregano of salie door je mulch. Hierdoor raken de insecten in de war en laten ze je planten met rust. Heb je last van bladluis? Kook dan een flinke bos brandnetels 20 minuten in water. Laat het een dag intrekken en zeef het mengsel. Voeg een beetje groene zeep toe. Spray het mengsel op de planten. Of verzamel 200 gram uiloof en -schil. Doe dit in een emmer met 10 liter water en laat dit een week staan. Zeef het water en voeg 2 el zachte groene zeep toe. Verdun 1 op 15 liter. Spray dit op een bewolkte dag, zodat de planten niet verbranden. 

Slakken en wormen
Je kunt ook eierschaal verspreiden in je tuin. Slakken en wormen houden hier niet van. Daarnaast zijn eierschalen een bron van calcium en dus voedsel voor planten. 

Katten
Heb je last van katten? Gebruik dan boomschors als mulch. Of strooi koffieprut in de tuin. Als je dat doet bij zuurminnende planten, zoals aardbeien, dan gebruiken de planten de koffieprut als voeding.

Onkruid, groene aanslag en mos
Meng 1 liter schoonmaakazijn met een beetje afwasmiddel en zout. Giet dit over het onkruid, de groene aanslag of mos. 

Wortels verwijderen
Verwijder hardnekkig onkruid met alle wortels. Anders komen ze snel terug.


Bodembedekker / Mulch

Als je de bodem bedekt met organisch materiaal heeft onkruid minder kans om te groeien. Deze laag heet mulch. Mulch verbetert tevens de bodem, doordat wormen en andere bodemdieren het verwerken. Ook beschermt een laag organisch materiaal planten tegen kou en warmte, en houdt het de bodem vochtig. Hiervoor moet de laag wel enkele centimeters dik zijn. 

Wat kun je gebruiken als mulch? Notenschillen, gevallen bladeren, gras, houtsnippers (van afgezaagde takken), afgestorven plantenresten en stro. En als je last hebt van vervelende insecten, gebruik je kruiden zoals lavendel, munt, oregano of salie door je mulch. Hierdoor raken de insecten in de war en laten je planten met rust. Gebruik geen onkruid als mulch, want zo zorg je er juist voor dat er onkruid komt. 

Let op: een te dikke laag mulch trekt mollen, muizen, slakken en ander ongedierte aan en kan gaan rotten. 


Composthoop

Composteren
Het is niet duidelijk of zelf composteren milieuvriendelijker is dan compostering van gft-afval. Met zelf composteren verklein je wel de kring, doordat het afval niet vervoerd hoeft te worden. Zorg er wel voor dat je goed composteert. Bij een verkeerde aanpak komt er namelijk methaan vrij. 

Wat is een goede aanpak? Allereerst, zorg voor voldoende doorluchting; keer de composthoop elke zes weken. Ten tweede, varieer met afval: vochtig en droog, grof en fijn, koolstofrijk (zaagsel, stro, boombladeren) en stikstofrijk (tuinafval, mest, gras). Heb je veel van een soort afval, bijvoorbeeld tuinafval, leg dit dan in porties op de composthoop. Ten derde, zorg ervoor dat de composthoop niet te nat of te droog wordt. Zet hem bijvoorbeeld onder een boom, half beschut tegen regen en zon.

Heb je geen ruimte voor een composthoop? Maak dan een compostbank: een lage compostbak, waarbij je op de deksel kunt zitten.

Wat mag wel en niet op de composthoop?
Wel Niet
Bagger uit plastic regengoot en tuinvijver Botjes, vlees en visgraten
Eierschalen Brood
Bier en wijn (verschraald en niet te veel) Composteerbaar kunststof (met kiemplant- of OK-Compostlogo)
Groente en fruit (ongekookt, liefst biologisch) Etensresten (gekookt)
Houtas (goed mengen) Kaaskorsten
Koffieprut, -filters en theezakjes (zonder plastic of nietjes) Kattenbakkorrels
Noten en notenschillen (je kunt er ook dit mee doen) Koffiepads en theezakjes (met plastic of nietjes)
Plantenpotten van organisch materiaal Nachtschaderesten (aardappel, tomaat, aubergine)
Tuinafval (gras, versnipperd hout, bladeren, naalden) (goed mengen) Plastic, papier, textiel en stofzuigerzakker
Tuinaarde, potaarde, zand (in beperkte mate) Vet
Uitwerpselen kleine plantetende huisdieren Zieke planten

Insectenparadijs

Er is steeds minder biodiversiteit (dieren, planten en insecten) in Nederland. Help daarom insecten door bloemen te planten of een insectenhotel te plaatsen. Sommige insecten houden van vochtige en donkere ruimtes, leg daarom stapeltjes stenen, hout of verdorde bladeren dicht bij bloemperken. Je kunt ook een zandbak aanleggen voor bijvoorbeeld de zandbij of aardhommel. 


Tuininrichting

Wees duurzaam bij het aanleggen van de tuin en het kiezen van planten:
  • Bloeiende planten: Hiermee help je insecten. 
  • Mengteelt: Zet planten die elkaar versterken bij een moestuin door elkaar. Zo kunnen ziektes niet makkelijk van de ene op de andere plant overslaan. Planten die elkaar versterken zijn bijvoorbeeld aardbei en spinazie, aardappel en maïs, en radijs en erwt. 
  • Passend bij de tuin: Als je een zonnige tuin heb, kies dan planten die veel zon nodig hebben. Heb je juist een schaduwrijke tuin, kies dan planten die daar tegen kunnen. Let ook op de samenstelling van de bodem en welke planten daar baat bij hebben of juist niet. 
  • Plant een boom: Bomen geven beschutting aan vogels en vangen fijnstof op. In Amsterdam kun je tot 2023 subsidie krijgen als je een boom in je tuin plant.

Water en energie

Water
Zo geef je planten in de tuin op een duurzame manier water:
  • Eens per week: Door planten een keer per week water te geven, gaan hun wortels dieper groeien op zoek naar water. 
  • Gebruik restwater: Gebruik opgevangen water uit de douche, uit de keuken of van de condensdroger. 
  • Giet dicht bij de wortels: Gebruik een gieter om planten bij hun wortels water te geven.
  • 's Ochtends: Geef 's ochtends water. 's Avonds kan de grond te nat blijven, waardoor wortels kunnen rotten. 
  • Regenwater opvangen: Vang regenwater op. Zo verbruik je minder water en voorkom je wateroverlast door overvolle riolen bij regenval. In sommige gemeenten krijg je subsidie als je hemelwater opvangt. 
Energie
Zo verbruik je op een zuinige manier energie in de tuin:
  • Geen terrasverwarmer: Terrasverwarmers verbruiken veel energie. Trek een extra jas of trui aan of gebruik een dekentje. 
  • Handmatig tuinieren: Bladblazers, elektrische grasmaaiers, hogedrukreinigers: ze gebruiken allemaal energie. Bekijk of je enkele apparaten kunt en wilt vervangen door niet-elektrisch tuingereedschap.
  • Lampen: Gebruik ledlampen of lampen op zonne-energie. Installeer ook een bewegingsmelder, zodat de lampen alleen aangaan als het nodig is. 
  • Vijverpomp: Bekijk of je vijver een pomp nodig heeft en of de pomp op momenten uit kan. 
  • Warme of koele muur: Staat de wind vaak op een muur? Zet daar een plant neer, waardoor de muur minder afkoelt. Of staat een muur in de zon? Zet op 15 cm van de muur een druivenstruik neer. Deze zorgt ervoor dat de muur minder warm wordt en het koeler is in huis. 

Wormenbak

Met een wormenbak maak je vloeibare meststof (percolaat) en compost. Je kunt een wormenbak kopen, maar ook zelf maken. Het percolaat wordt gevormd doordat compostwormen voedsel omzetten tot vloeistof. Als je begint met een wormenbak duurt het enkele weken voor je het percolaat kunt oogsten. Bij gebruik verdun je het percolaat (1 deel) met water (10 delen). 
Benodigdheden:
  • 3 plastic opbergbakken
  • 1 deksel
  • kleefband
  • fijn gaas, luchtdoorlatend textiel of roostertje
  • handvol compostwormen (geen regenwormen) en handvol deels verteerde compost
    (tip: mensen hebben zich op Nudge aangegeven als wormenophaalpunt)
  • boormachine met een boor van 6 mm
Werkwijze:
  1. Boor in twee opbergbakken om de 2 cm en in de deksel om 5 cm een gaatje.
  2. Plak het gaas vast aan de deksel met behulp van kleefband. Zo voorkom je dat er fruitvliegjes in de bakken komen. Als je opbergbakken met open handvatten hebt, kun je er ook voor kiezen om de deksel dicht te laten en de handvatten dicht te plakken met gaas, textiel of een roostertje. Zorg er in ieder geval voor dat er lucht in de bakken komt. 
  3. Zet een bak met gaatjes in de bak zonder gaten. De bak zonder gaatjes, de onderste, is de vergaarbak. 
  4. De tweede bak, die met gaatjes en die in de vergaarbak staat, is de compostbak. Leg hier het compost en de compostwormen in. 
  5. Zet de derde bak, met gaatjes, in de compostbak. Dit is de groentebak. Hierin stop je ongekookte groente en fruit, koffieprut en koolstofrijk afval (karton, dode bladeren en zaagsel).
  6. Plaats de deksel op de wormenbak. Zet de bak op een donkere, vorstbestendige plek. 
  7. Vul de wormenbak regelmatig met groente en fruit. 
  8. Na een paar maanden kun je de geperforeerde bakken wisselen. De wormen kruipen dan naar de groentebak, waardoor compost met een enkele worm in de compostbak overblijft. Stop de overgebleven wormen en een handvol compost in de groentebak. De rest van het compost kun je mengen met potgrond en aan planten geven.  
  9. Begin het proces opnieuw. De oorspronkelijke compostbak is nu de groentebak en de groentebak is compostbak geworden. 
Wil je op vakantie? Geen probleem. Zorg ervoor dat de wormenbak genoeg groente- en fruitafval bevat en je kan een paar weken weg. 

Share by: